De naam "Belgica" is de 16de eeuwse benaming voor de lage landen. Tijdens de Renaissance hanteerde men de naam Belgica voor de Zeventien Provinciën, ruwweg gebaseerd op de historische ligging van Belgica, als latinisatie. Belgica werd zo een synoniem voor de Nederlanden en Nederlands. Met de opstand in 1568 en het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1581 neemt deze de naam Belgica ook over in zijn Latijnse benaming: Belgica Confoederata, hoewel men in het Nederlands steeds de naam Nederlanden bleef gebruiken. De Zeventien Provinciën werden toen verdeeld in een onafhankelijk Belgica Foederata of de federale Nederlandse Republiek en de Belgica Regia of de koninklijke Zuidelijke Nederlanden onder de Habsburgse kroon. Zo geven verschillende kaarten uit de tijd van de Nederlandse Republiek, die uit de Noordelijke Nederlanden bestond, en dus geen verband met het land België heeft, de Latijnse titel Belgium Foederatum.
In een Belgisch Latijn-Frans woordenboek uitgegeven in Brussel in 1826 door P.J. De Mat wordt het woord "Belga" vertaald als "Flamand" (Vlaams).
Gaandeweg werd de naam ook in het Frans gebruikt om de Nederlanden aan te duiden en dan meer bepaald de Zuidelijke die van de Noordelijke gescheiden waren, omdat er in de Noordelijke geen Franstalige gebieden bestonden. Aldus ontstond de moderne naam België.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten